Vergunning zonnepanelen buiten bouwvlak

Doelstelling: optimale opbrengst zonnepanelen

Ik kreeg een aanvraag van een particulier die graag zonnepanelen wilde installeren. Deze moeten doorgaans binnen het bouwvlak volgens het bestemmingsplan worden geplaatst. Door aanwezigheid van een groot aantal bomen op zijn perceel zouden de panelen dan, door de optredende schaduw, belemmerd worden in de energieopbrengst. De klant wilde daarom aantonen wat de impact zou zijn van de schaduw van de aanwezige bomen op het bouwvlak volgens het bestemmingsplan. Daarbij wilde hij aantonen dat de plaatsing buiten het bouwvlak volgens het bestemmingsplan geen hinder zou opleveren

Uitdaging: bomen

Het perceel betreft een locatie buiten de bebouwde kom, met een vrijstaande boerderij omgeven door 27 bomen. De uitdaging in deze casus was om de aanwezige bomen representatief te modelleren en de vergunning gegund te krijgen.

Oplossing

De bomen zijn als gestileerde volumes gemodelleerd met als referentie de hoogte en kruindiameter die door opdrachtgever zijn opgemeten en doorgegeven. Om een compleet beeld te krijgen van de schaduwbeweging gedurende het hele jaar zijn als data 21 maart (vergelijkbaar met 21 september), 21 juni (de langste dag met de zon in de hoogste positie) en 21 december (de kortste dag met de zon in de laagste positie) gekozen voor de visualisaties.

In de rapportage is een selectie van visualisaties opgenomen waaruit duidelijk wordt dat het bouwvlak volgens het bestemmingsplan nauwelijks zoninval krijgt, door de schaduw van omringende bomen.

De vergunning voor het plaatsen van de zonnepanelen buiten het bouwvlak is dan ook verleend.

Animaties

Bezonningsstudie in bestuursrechtszaak over bestemmingsplan

Onlangs was ik op uitnodiging van een advocatenkantoor aanwezig als getuige deskundige bij een zitting van de Raad van State. De zaak was aangespannen namens een groep particuliere woningeigenaren tegen de Gemeente Amsterdam. De groep maakte bezwaar tegen het aanpassen van het bestemmingsplan, waardoor enkele woningeigenaren in een wijk in Nieuw West de nu een opbouw op hun huis mochten bouwen. De vrees van de groep was dat hierdoor minder zonlicht op gevels en tuinen van hun woningen zou vallen. Onze bezonningsstudie gaf hierin duidelijkheid.

Eerdere bezonningsstudie

De gemeenteraad van Amsterdam had bij de periodieke herziening het bestemmingsplan een aanpassing goedgekeurd. Voor deze casus hebben we twee jaar eerder al eens een bezonningsstudie uitgevoerd om aan te tonen wat de extra schaduwval door de opbouwen zou zijn op 21 maart en 21 juni. Dit was in opdracht van twee particuliere woningeigenaren die graag een opbouw wilden realiseren. Uit de bezonningsstudie bleek dat er door te realiseren opbouwen van deze twee woningeigenaren op 21 maart marginale extra schaduw zou vallen op één van de 9 buurpercelen. Op 21 juni zal er volgens de studie helemaal geen extra schaduwval optreden (zie animatie). Mede naar aanleiding van deze zonnestudie heeft de gemeente Amsterdam toen een aanpassing in het nieuwe bestemmingsplan opgenomen, die voor enkele panden een opbouw toestaat.

Een groep buren heeft toen bezwaar aangetekend tegen de aanpassing in het bestemmingsplan.

De zaak is uiteindelijk voor de Raad van State gevoerd met als argument van de groep buren dat in de wintermaanden de weinige zoninval die de buurpanden zouden ontvangen, door de opbouwen flink zouden worden verminderd.

Extra bezonningsstudie

In opdracht van de advocaat van de bewoner die we eerder hadden geholpen hebben we nu, 2 jaar later, een extra bezonningsstudie uitgevoerd met als toetsdata 21 december, 21 januari en 21 februari. In de studie hebben we gevisualiseerd wat de impact van de twee opbouwen zou zijn op in totaal 9 buurpanden. Voor elk van de panden hebben we het verlies aan zoninval gekwantificeerd. Hieruit bleek dat de buurpanden gedurende gemiddeld 2 uren per dag extra schaduwval op een deel van de gevels zouden ontvangen.

Raad van State

In de zaak bij de Raad van State in Den Haag zijn betrokkenen van beide partijen gehoord en ondervraagd door de Afdeling Bestuursrechtspraak. Ik heb daarbij de bezonningsstudie en de conclusies ervan toegelicht.

Uitspraak

De Afdeling Bestuursrechtspraak heeft naar aanleiding van de studie beoordeeld dat de verminderde zoninval ten gevolge van de twee opbouwen beperkte schaduwhinder is. Het woon- en leefklimaat van de bewoners van genoemde buurpanden zal volgens de Afdeling niet onevenredig worden benadeeld. Het oordeel is dat het bestemmingsplan daarom niet onterecht is aangepast en de opbouwen kunnen worden vergund.

21 maart
21 juni
21 december